‘Zeg mam, zo’n dyslexieonderzoek, is dat ook een soort intelligentietest?’
‘Ja’
‘Kan je ook hoogbegaafd zijn en dyslexie hebben?’
‘Ja hoor, hoezo?’
‘Ach, zomaar!’ :-)
‘Zeg mam, zo’n dyslexieonderzoek, is dat ook een soort intelligentietest?’
‘Ja’
‘Kan je ook hoogbegaafd zijn en dyslexie hebben?’
‘Ja hoor, hoezo?’
‘Ach, zomaar!’ :-)