Een flink aantal weken zijn ze bezig geweest met de voorbereiding. Mijn studenten mogen een week lang, samen met collega-studenten, een hotel runnen. Van restaurant tot PR, van housekeeping tot financiële zaken. Alle afdelingen komen voor hun rekening.
De voorbereiding was niet makkelijk, de communicatie verliep uitermate stroef. Hoe groot is de verrassing als na 12 uur het hele hotel vrijwel op rolletjes loopt. De eerste bezoekende ouders vermaken zich in het hotel, maar zijn in de eerste plaats trots op hun kinderen.
De mystery guest is tevreden en een positieve beoordeling rolt binnen via de mail, het (studenten)management is trots. De auditor die in de loop van de dag langskomt heeft maar een paar verbeterpunten. Het (studenten)management is trots.
Ik zie studenten hard werken, veel te weinig slapen en waar mogelijk ‘s avonds nog een biertje drinken. Ik zie studenten slaapdronken weer op hun dienst verschijnen. Ik zie teleurstelling, maar ook nieuwe vriendschappen ontstaan. Ik zie studenten, af en toe in tranen, steun zoeken bij elkaar. En ik ben toch zo trots op ze.
Mijn moeder is er ook. Ze komt twee dagen logeren met haar zusje en kijken wat onze studenten allemaal voor elkaar hebben gekregen.
Zij heeft me nog nooit in mijn rol gezien met mijn studenten.
Wat is ze trots.